Switch to Care

Zorg en onderwijs leiden samen sneller verpleegkundigen op met leerwerktraject Switch to Care

Na slechts twee jaar en acht maanden zijn de eerste verpleegkundigen van leerwerktraject Switch to Care afgestudeerd. Ze zijn volledig opgeleid en direct inzetbaar op de werkvloer. Switch to Care is de enige opleiding die zo snel HBO-verpleegkundigen opleidt. Een reguliere HBO-opleiding Verpleegkunde duurt namelijk vier jaar. Op dinsdag 25 april namen negen studenten hun diploma in ontvangst. Bij deze eerste lichting waren geen afhakers. Iedereen die met de opleiding begon, heeft ‘m afgemaakt. En dat terwijl volgens CBS-cijfers in Rotterdam-Rijnmond zo’n 20 procent van de HBO Verpleegkunde-studenten voortijdig stopt.

Japke Schreuders (34) en Naomi Otterspeer (27) deden mee aan de pilotgroep. Twee weken geleden ontvingen zij in de Rotterdam Science Tower hun diploma. Japke gaat na een welverdiend weekje vrij direct aan de slag bij het Maag-, Darm- & Levercentrum (MDL) in het Franciscus Gasthuis. Dat was haar laatste leerwerkplek. “Ik ben er op zich wel klaar voor, maar ik vind het wel heel spannend. Je hebt nu wel echt de verantwoordelijkheid.”

Personeelstekort vraagt om slimheid

Switch to Care is ontwikkeld door zorgorganisaties in Rotterdam-Rijnmond (Franciscus Gasthuis & Vlietland, Ikazia ziekenhuis, Maasstad ziekenhuis, Antes, Rijndam revalidatie, Van Weel Bethesda ziekenhuis), deRotterdamseZorg en de Breederode Hogeschool. De instellingen ontwikkelden gezamenlijk dit leerwerktraject omdat de personeelstekorten in de zorg hoog zijn. “Krapte op de arbeidsmarkt vraagt om slimme oplossingen”, zegt Marlies van Vianen, programmamanager bij deRotterdamseZorg. “Daarom zijn we in ons samenwerkingsverband op zoek gegaan naar nieuwe manieren van opleiden. Hieruit is Switch to Care ontstaan, een korte HBO-V opleiding speciaal voor zij-instromers, ofwel carrière switchers. De studenten van Switch to Care zijn dus sneller inzetbaar voor zorgorganisaties. Maar ook al tijdens de opleiding zijn de studenten aan de slag op de werkvloer.”

Carrièreswitch

Wie al een diploma en werkervaring in een ander werkgebied heeft, kan solliciteren voor het Switch to Care-traject. Naomi: “Ik was fysiotherapeut, maar ik had er niet veel plezier meer in. Dat kwam doordat je in je eentje werkt en elke dag van acht tot vijf, elke dag hetzelfde. Ik miste uitdaging.” Japke zat in een soortgelijk schuitje: “Ik heb kunstgeschiedenis gestudeerd en daarna nog mijn lesbevoegdheid gehaald, maar het werken voor de klas sprak me toch niet echt aan. Daarna heb ik kantoorwerk gedaan. Ik ben op zoek gegaan naar iets anders omdat ik geen voldoening haalde uit mijn werk. Ik wilde meer met mensen doen. Iets zinvols doen binnen de maatschappij.”

Gemotiveerde studenten

De Switch to Care-studenten staan vanaf dag één al met de poten in de spreekwoordelijke klei, vertelt Japke. “Ik vond het een pittig traject, want je propt toch vier jaar in twee jaar en acht maanden. Maar wat ik fijn vond, is dat je alles wat je leert direct toepast. Want vanaf de eerste dag werk je al in een ziekenhuis. Ook is het natuurlijk fijn dat de opleiding lekker kort is. Een HBO van vier jaar had ik in deze fase van m’n leven, met een gezin en kinderen, niet gedaan. Bij dit traject zit je al snel op de helft en dan kun je het net zo goed afmaken.”

Naomi: “Ik heb hiervoor gekozen vanwege de korte duur, maar het was wel buffelen. Je had één dag les en je kon kiezen of je daarnaast 24 of 28 uur wilde werken. Ik heb voor 28 uur gekozen en die in het Maasstad Ziekenhuis gewerkt op vier verschillende afdelingen. Het salaris is een ander pluspunt. Je wordt één schaal lager ingedeeld dan verpleegkundigen met een diploma. Dat is prima. En fijn voor als je bijvoorbeeld al een gezin hebt en geen salaris kunt missen vanwege een studie.”

Aan het bed staan

Voorlopig ziet Japke zich wel een aantal jaar ‘aan het bed staan’. “Ik wil de komende jaren in elk geval in de verpleging werken. Ik wil er echt goed in worden en veel ervaring opdoen. Uiteindelijk wil ik heel graag nog een vervolgopleiding doen. Een specialisatie of master.”

Naomi is aangenomen op de afdeling neurologie in het Maasstad Ziekenhuis. “Dat specialisme sprak me aan omdat ik als fysiotherapeut ook met mensen met een hersenbloeding heb gewerkt. Dus er is toch nog een bruggetje met mijn vorige werk. Ik denk niet dat ik lang als algemeen verpleegkundige blijf werken. Ik heb ambities om me verder te specialiseren, maar ik zou wel altijd in het ziekenhuis willen blijven werken.”

Over Switch to Care

Na de pilotklas van Japke en Naomi zijn nog 3 klassen gestart met ongeveer 20 deelnemers. Er is veel animo voor het leerwerktraject. Gemiddeld solliciteren zo’n 60 mensen voor de 20 opleidingsplekken. Vanwege de positieve resultaten van Switch to Care wordt er in de regionale samenwerking een zij-instroom voor MBO Verzorgende IG ontwikkeld in het komende jaar.

LWA conferentie Albeda

Onbekend maakt onbemind: ‘Schoonmaak is wél sexy!

Het imago van de branche facilitaire dienstverlening kan beter. Onderwijsinstellingen en bedrijven spelen hierin een belangrijke rol. Facilicom Group en Albeda – beide aangesloten bij het Leerwerkakkoord Facilitaire Dienstverlening – geven het goede voorbeeld. Wendy Aendekerk (HR-directeur Facilicom), Mieke Sprinkhuizen (branchemanager innovatie bij Gom) en Bertho Rombout (directeur cluster hospitality Albeda) vertellen over hun onderlinge samenwerking. ‘Dat we samen onderwijsprogramma’s ontwikkelen, is uniek.’

Onderbetaald, ondergewaardeerd, onvoldoende loopbaanperspectief, onregelmatige werktijden, fysiek zwaar. Dat is in een notendop het – onterechte – imago van de branche facilitaire dienstverlening. ‘En de misvatting dat facilitaire dienstverlening alleen zou bestaan uit schoonmaak,’ zegt Mieke Sprinkhuizen van schoonmaakbedrijf Gom, onderdeel van Facilicom Group. ‘Ook functies in catering, beveiliging en receptie en banen als gastheer/-vrouw en conciërge horen tot de branche. En schoonmaak niet sexy? Juist wel! Dat is de boodschap die we beter moeten overbrengen.’

De mooie kanten van het vak

Dat doet Mieke nog diezelfde dag, tijdens haar workshop ‘Schoonmaak = sexy; zo doen we dat’. Ze geeft die tijdens de conferentie ‘Facilitaire dienstverlening – Onbekend maakt onbemind’ op Albeda-vestiging Lutonbaan, naast Rotterdam The Hague Airport. Hier wordt de opleiding Facilitair Leidinggevende aangeboden. Docenten, werkgevers en beleidsbepalers worden bijgepraat over de mooie kanten en kansen van de branche. ‘Zodat docenten dát aan de studenten kunnen vertellen,’ zegt Mieke. ‘Als leidinggevende werk je bij ons voor meerdere klanten, geef je leiding aan een groot team, ben je verantwoordelijk voor de begroting en krijg je een auto en telefoon van de zaak. Je kunt in dit werk écht verschil maken voor klanten en medewerkers. Wat wil je nog meer?’

Gezamenlijk belang

De titel van de conferentie is treffend, stelt Bertho Rombout, directeur cluster hospitality bij Albeda, tijdens de lunchpauze. ‘Het imago van de branche komt niet overeen met de werkelijkheid. Als hospitality-manager in een hotel heb je status. Heb je dezelfde verantwoordelijkheden in een kantoorpand of ziekenhuis, dan verandert het algemene beeld ineens van driedelig pak naar een trui en een mopwagen. Ik vind het mooi dat we vanuit Albeda sinds 2016 met Facilicom Group optrekken om daar verandering in te brengen, zoals via deze conferentie. Onderwijsinstellingen en werkgevers hebben een gezamenlijk belang. We hebben elkaar nodig om de potentie van deze branche voor hospitality-professionals te benutten en onderwijs en praktijk beter op elkaar te laten aansluiten.’

Traineeship als verlengstuk opleiding

Daarmee is Wendy Aendekerk, HR-directeur van Facilicom, het eens. ‘Wij weten wat voor type medewerkers we zoeken, nu en in de toekomst. Het onderwijs kan mensen die basis meegeven. Studenten hebben na het behalen van hun diploma nog steeds ontwikkelingsbehoeftes, om hen wendbaar en weerbaar te maken in het werkveld. Zodat ze succesvol kunnen doorgroeien naar een coördinerende of leidinggevende functie in onze branche. Daarom hebben we een tweejarig traineeship ontwikkeld, waarmee wij als werkgever de persoonlijke ontwikkeling van de trainee verder vormgeven en als zodanig een verlengstuk zijn van de opleiding. Albeda geeft waardevolle input over de inhoud van het traineeship. Tegelijkertijd sluiten we hiermee aan bij een van de belangrijkste ambities van het Leerwerkakkoord: een betere match tussen school en werk.’

Co-creatie

Bertho: ‘Als onderwijsinstelling worden we daarom ook steeds flexibeler. We bewegen steeds makkelijker mee met wat de Rotterdammer, de student en het bedrijfsleven nodig hebben. Dat is een Leven Lang Ontwikkelen.’

Mieke: ‘Voorheen gaven we vanuit Facilicom en Gom al wel gastlessen en boden we stageopdrachten aan. Nu investeren we daadwerkelijk met elkaar in publiek-private samenwerkingen. Denk aan Rotterdamse initiatieven als TalentHub op Zuid en de Hospitality Innovation Campus. Onderwijsprogramma’s voor deze sector ontwikkelen we echt in co-creatie. Dat is uniek, ook omdat we samen een goed totaalbeeld hebben van de toekomst en wat voor vaardigheden dat vraagt van de student en toekomstige medewerker.’

Facility management: niet vanuit inkoop, maar HR

Wendy: ‘Robotisering en digitalisering moeten werken in de schoonmaak aantrekkelijk houden. In de zin van: je doet minder repeterend werk en minder zwaar werk, omdat je techniek vóór je laat werken. Desondanks blijven mensen nodig om dit werk uit te voeren. Daarbij is het belangrijk dat we anders naar hen gaan kijken. We moeten inzien dat niet de afdeling inkoop van een bedrijf de klant is van de facility-manager, maar de HR-afdeling. Want het zijn de facilitair medewerkers die zorgen voor een werkomgeving waarin werkgeluk en sociale cohesie binnen een bedrijf centraal staan. Daarom pleiten wij er bij onze klanten voor om schoonmakers tijdens kantoortijden te laten werken. Zodat ze zichtbaar zijn en zij zich meer betrokken en gewaardeerd voelen. Daarnaast moeten we facilitaire dienstverlening nóg breder trekken. Ook de bedrijfskok en bedrijfsfysio horen erbij. Dat labelen we nog niet zo; dat zouden we wel moeten doen. Samen met het onderwijs en de overheid.’

Op naar beter imago

Zorgen al die inspanningen daadwerkelijk voor een beter imago van de branche? Het drietal is positief. Bertho: ‘Het is een zaak van de lange adem, maar ik geloof erin dat we met de krachtenbundeling van onderwijs, bedrijfsleven én overheid facilitaire dienstverlening beter voor het voetlicht kunnen brengen.’ Wendy en Mieke knikken. Aan hen zal het zeker niet liggen.

230412_NS_Foto-2

Werkgevers en Werkcoaches gaan voor maatwerk in de facilitaire dienstverlening

‘Maatwerk’ is het woord van de dag tijdens de tweede Experience voor werkcoaches uit Rotterdam, Nissewaard, de BAR-organisatie en de IJsselgemeenten. Op de bijeenkomst, georganiseerd door Leerwerkakkoord Facilitaire Dienstverlening, wordt duidelijk hoe veelzijdig en afwisselend schoonmaakwerk en het werken in de facilitaire branche is. Zó afwisselend zelfs, dat het effectiever is om een baan te zoeken bij een werkzoekende, in plaats van een werkzoekende te kiezen bij een vacature. Werkgevers CSU en Facilicom met Buitengewoon zijn aanwezig om het gesprek aan te gaan. Daarnaast is ook Frank Lindeman aanwezig namens Albeda en Zadkine om vragen over de (BBL-)opleiding Facilitaire Dienstverlening te beantwoorden.

“Het imago van werken in de schoonmaak is een stuk verbeterd sinds het coronavirus. Toen zagen mensen ineens hoe belangrijk het is”, vertelt Leonore Nieuwmeijer van brancheorganisatie Schoonmakend Nederland. Samen met Annieke van Berckel schetst zij een beeld van het werkveld van de schoonmaak. Ze presenteren de routekaart die de organisatie heeft gemaakt om de ontwikkelmogelijkheden binnen de sector in kaart te brengen.

Omgeving en opleiding

Daarin spelen de plek waar men schoonmaakt en de opleidingsmogelijkheden een grote rol. “Schoonmaken in Ahoy of op een afdeling met terminale patiënten is heel anders en vereist andere skills. Die omgeving kan een prikkel zijn om te kiezen voor schoonmaakwerk”, vertelt Nieuwmeijer. Als voorbeeld noemt ze iemand die altijd al bij de brandweer heeft willen werken en daar via schoonmaakwerk een kijkje in de keuken kan krijgen.

Met ‘opleiding’ wordt niet direct een MBO-opleiding bedoeld, blijkt uit het verhaal van Annieke van Berckel. Ze heeft het vooral over kleinere certificaten. Bijvoorbeeld als het gaat over veiligheid bij werk in de haven of over voedsel bij werk in een restaurant. “We merken vaak dat mensen huiverig zijn voor een toets of opleiding. Dan denken ze dat ze dat niet kunnen.” Terwijl zo’n certificaat het juist mogelijk kan maken om te werken op een plek die ze interesseert en inspireert. “Als ze dan toch zo’n certificaat halen, krijgen ze gelijk meer zelfvertrouwen en durven ze een volgende keer meer.”

De taal spreken

Ook komt naar voren dat Nederlands spreken geen harde eis meer is. “Taal is geen no-go meer. Iedereen kan aan de slag. Vaak krijgt iemand een buddy die dezelfde taal spreekt, zodat hij bijvoorbeeld wel ingewerkt kan worden. Daarnaast is er vanuit de brancheorganisatie budget voor taaltraining. Iedere werkgever kan dat aanvragen bij RAS”, vermeldt Anniek.

Bedia Kas, werkcoach bij Gemeente Rotterdam, is blij met deze informatie, blijkt in de pauze. “Ik wist niet dat het niet spreken van de taal geen probleem is. Ik kan straks zo tien mensen aanmelden!”

Kandidaat is leidend

Dan vertelt Ivy Larooij, ontwikkelcoach bij Werkgeversservicepunt Rijnmond (WSPR), hoe snel vacatures opgevuld worden. “Dat gaat rapido. Bijvoorbeeld bij hotels, als ik vandaag een vacature heb, moet ik nu tien aanmeldingen hebben want morgen is die weer weg. Daarom zijn we gaan kijken naar de kandidaten en wat we daarmee kunnen als we postcodegebied, werkdagen, werktijden, kinderopvang, vervoer en eventuele indicaties op een rijtje hebben. Want kant-en-klare vacatures in de schoonmaak… Facilitair is te groot en te breed om vanuit vacatures te werken. Als kandidaat en werkgever allebei een stapje doen, is de afstand tot de arbeidsmarkt een stukje kleiner.”

Natalie Simon, job coach bij Gemeente Nissewaard is blij verrast door deze aanpak. “‘Maatwerk’ vind ik altijd zo’n holle frase, maar op deze bijeenkomst is dat echt ingevuld. Ik vind het goed om te merken hoe werkgevers ook bezig zijn om vacatures te vullen. Door mee te denken over kinderopvang bijvoorbeeld.”

Kinderopvang en reiskosten

In de gesprekken komen twee heikele punten bovendrijven: kinderopvang en reiskostenvergoeding. In de cao staat dat werkgevers reizen tot 30 kilometer niet hoeven te vergoeden. Alleen in de praktijk blijken werkgevers daar soms wel in tegemoet te komen. Zo rijden er naar vakantieparken bijvoorbeeld busjes heen en weer voor de werknemers, vertelt CSU. En dat geldt ook voor kinderopvang. Dat er bijna nergens meer plek is in de kinderopvang is voor veel werkzoekenden een probleem. Ook hier proberen werkgevers zich op aan te passen, door bijvoorbeeld de diensten te verkorten en meer mensen in te zetten. Maar het blijft schipperen.

Shadonna Doerga, casemanager bij de IJsselgemeenten: “Ik ben blij dat ik hierheen ben gekomen want ik had een ander beeld van de schoonmaakbranche. Ik dacht alleen aan de mensen die bij ons op het werk schoonmaken, maar er zijn veel meer sectoren en mogelijkheden. En ik heb vandaag gezien dat je mensen met bepaalde belemmeringen ook gewoon kunt aanmelden. Dat je over reiskosten of medische beperkingen in gesprek kunt gaan.”

Leerwerkakkoord - STL Arjen Woensdregt en Hidde Kielen 2

‘Verborgen Talent’ via pilot STL aan het werk in transport en logistiek

Sectorinstituut Transport en Logistiek (STL) neemt initiatief om de personeelskrapte bij transport- en logistieke bedrijven terug te dringen. De pilot ‘Verborgen Talent’, gehouden in de regio Rijnmond/Drechtsteden, helpt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk in de sector. ‘De sleutel tot succes is samenwerking,’ zeggen Arjen Woensdregt en Hidde Kielen van STL.

‘Als je vandaag hetzelfde doet als wat je gisteren deed, dan krijg je vandaag wat je gisteren kreeg.’ Arjen Woensdregt, projectcoördinator bij STL, haalt de gevleugelde uitspraak regelmatig aan wanneer hij bij bedrijven aan tafel zit. ‘En eigenlijk krijg je vandaag mínder dan gisteren, omdat de arbeidsmarkt steeds krapper wordt,’ zegt Arjen. ‘Bedrijven moeten echt op een andere manier naar de invulling van hun vacatures gaan kijken. Vanuit STL helpen we daarbij, want we zijn er voor de hele sector. Voor de bedrijven én voor de mensen die in deze prachtige sector werken.’

Verborgen Talent

Daarom ontwikkelde STL een pilot, met de naam ‘Verborgen Talent’. Daarmee wil de organisatie mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpen in de transport en de logistiek. ‘In deze sector is veel werk waarop ook mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt laagdrempelig kunnen instappen,’ zegt Hidde Kielen, social coach bij STL en projectleider van de pilot. ‘De naam Verborgen Talent hebben we niet voor niets gekozen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt hebben veel talent, maar dat wordt vaak overschaduwd door andere zaken in hun leven. Bijvoorbeeld door schulden, taalachterstand, gezondheidsproblemen of een combinatie daarvan.’

Persoonlijke aandacht

Het project ‘Verborgen Talent’ ondersteunt gemeenten en UWV’s bij re-integratietrajecten. STL biedt leerwerktrajecten bij de bedrijven in de regio aan. Hidde: ‘Met persoonlijke aandacht en begeleiding, opleidingen, coaching in de praktijk en werkgerichte trainingen zorgen we ervoor dat deelnemers hun verborgen talent kunnen waarmaken. De deelnemers ontvangen in de werkleerperiode uiteraard gewoon een salaris. Bedrijven kunnen op hun beurt leren hoe zij diversiteit op de werkvloer creëren. In het kader van deze pilot bieden we een training aan die handvatten geeft om nieuw personeel succesvol te laten “landen” in hun bedrijf.’

Kosteloze begeleiding

Arjen vult aan: ‘Bedrijven willen hun vacatures gewoon op een goede manier invullen. Als dat kan door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans te geven, vinden zij dat prima. Daarmee geven ze direct invulling aan het sociaal ondernemen. Daar willen bedrijven best extra inspanningen voor doen. Maar er moet ook gewoon gewerkt worden door het Verborgen Talent. Dat snappen wij, STL kent de sector goed. Daarom zorgen wij tijdens het hele traject voor kosteloze begeleiding van de nieuwe medewerker en het bedrijf dat deze medewerker een kans geeft. Die kosten voor de benodigde opleidingen komen voor rekening van STL, het UWV of de gemeente.’

Samenwerking leidt tot succes

In de pilot is die samenwerking met UWV’s en Gemeenten van groot belang, stelt Hidde. Alle drie de partijen hebben immers belang bij een succesvolle toetreding tot de arbeidsmarkt. Het Leerwerkakkoord en het Leerwerkloket speelden een verbindende rol bij het contact tussen STL en de gemeente Rotterdam. ‘Gemeenten en UWV’s kunnen werkzoekenden werknemersvaardigheden aanleren of hun sociale positie stabiliseren. Dat geeft werkzoekenden een goede startpositie voor deelname aan de pilot. Door samen op te trekken wordt de kans op een succesvol traject aanzienlijk groter. Samenwerking is de sleutel tot succes. We hebben elkaar nodig!’

Project met statushouders

Bij het opzetten van het project ‘Verborgen Talent’ leerde STL van een ander project, dat vanaf mei 2022 liep. In dat project richtte STL zich op statushouders. Het leverde interessante inzichten op. Arjen: ‘We leerden dat we het traject voor statushouders anders moesten inrichten dan voor zij-instromers. Statushouders bleken de assessment-achtige oefeningen bij de testen lastig te vinden. Zo zijn we tot een aanpak gekomen met minder geautomatiseerde tests en extra selectiegesprekken met een job-/social coach. We hebben meerdere statushouders kunnen plaatsen bij transport- en logistieke bedrijven. Die aanpak en inzichten hebben we meegenomen in de opzet van deze pilot.’

Sociale bedrijven gezocht!

Het komende half jaar draait de pilot in de regio Rijnmond/Drechtsteden. Hidde: ‘We hebben hier goede contacten met bedrijven en willen graag weten of deze bedrijven onze Verborgen Talenten een kans willen geven. Ook de gemeenten in deze regio zijn geïnteresseerd in onze plannen. We gaan de komende maanden met elkaar kijken of dit succesvol kan worden. We moeten uitvinden welke mensen geschikt zijn voor dit traject en hoe de samenwerking met gemeenten en UWV’s verloopt. Uiteindelijk hopen we hier een landelijk project van te maken. Dus ik zou tegen bedrijven willen zeggen: wil je én goed personeel én maatschappelijk verantwoord ondernemen? Meld je bij ons aan of schrijf je in voor een van de informatiebijeenkomsten.’

Meer informatie over de pilot ‘Verborgen Talent’ is te vinden op de website van STL. Voor bedrijven die meer willen weten over de pilot organiseert STL regelmatig informatiebijeenkomsten. Wil je een ‘verborgen talent’ in dienst nemen of hier meer over weten? Klik hier voor meer informatie over de bijeenkomsten.

Je kunt ook direct contact opnemen met Hidde en Arjen, via verborgentalent@stlwerkt.nl of telefonisch: 06 45 13 67 21 (Hidde) of 06 19 06 99 41 (Arjen).

Via de LWA Experience Bouw vindt 90% zijn droombaan

Een nieuwe start met een nieuwe baan in een onbekende sector. Er zijn maar weinig mensen die dat aandurven. En toch is het niet zo eng. Want stel nou dat je vooraf alvast een inkijkje krijgen in het nieuwe vakgebied. En een opleiding. En goede begeleiding. Zouden ze het dan aandurven? En als ze dan ook nog de zekerheid van werk en salaris krijgen? Ja, dan durft bijna iedereen het wel aan om als zij-instromer in een onbekende sector aan de slag te gaan. Bijvoorbeeld in de bouw, zo bleek tijdens een recente LWA Experience.

LWA Experience Bouw

Het Leerwerkakkoord (LWA) organiseerde op donderdag 23 februari samen met Haagbouw de LWA Experience Bouw. Tijdens dit evenement leerden de aanwezige kandidaten in een ochtend heel veel over werken in de bouw. Ze leerden wat ervoor nodig is en wat er van hen verwacht wordt. Na de theorie gingen de kandidaten ook zelf aan de slag. In de werkruimte bouwden ze hun eerste project, een houten gereedschapskist. Waarbij ze werden geholpen door andere leerlingen die al langer meelopen. Zo maakten ze kennis met de plek waar zij straks misschien ook hun vak gaan leren.

Vakmensen klaarstomen voor werk in de bouw

Olaf Polders is directeur van Haagbouw. Het is zijn ambitie om zoveel mogelijk vakmensen in de bouw aan het werk te krijgen. Dat is ook de opdracht die Haagbouw bij de oprichting veertig jaar geleden meekreeg van de bouwsector. En het is de reden waarom Haagbouw nauw samenwerkt met de gemeente, het UWV, Techniek College Rotterdam en verschillende bouwbedrijven.

Samen bieden ze de zij-instromers een zogeheten BBL-leerwerktraject aan, waarbij de kandidaten vier dagen per week werken en één dag naar school gaan. In sommige gevallen werken de kandidaten vijf dagen en volgen ze avondonderwijs. Na ongeveer twee jaar halen de meesten hun MBO2-diploma en hebben ze een flinke berg waardevolle werkervaring in hun nieuwe vakgebied. Dat deze aanpak werkt, blijkt uit de cijfers. Negentig procent van de kandidaten vindt via dit traject zijn of haar nieuwe vaste baan. En dat is precies wat de LWA Experience Bouw zo waardevol maakt.

‘We willen de kandidaten graag laten zien hoe mooi het werken in de bouw is,’ zegt Haagbouw-directeur Olaf Polders. ‘Hoe trots de bouwvakkers, timmerlieden en metselaars zijn op hun werk. Werk dat misschien wel honderd jaar blijft staan. De bouw heeft een moeilijk imago omdat het werk zwaar en onbereikbaar lijkt, maar dat is onterecht. En dat maken we duidelijk tijdens deze Experiences.’

Paul en Elif

Paul en Elif zijn twee deelnemers aan de LWA Experience. Paul heeft in het verleden gewerkt als meubelmaker en heeft dus al affiniteit met de bouw. De opleiding heeft hij misschien niet nodig. Maar de begeleiding en het feit dat hij bij een passend bouwbedrijf geplaatst wordt, spreken hem erg aan. Misschien wil hij in de toekomst toch nog een andere tak van sport

beoefenen. Zich bijvoorbeeld specialiseren in metselen of tegelzetten. En dan is die opleiding opeens wel weer heel nuttig.

Elif werkte in het verleden al mee in het aannemersbedrijf van haar man. Dus ook zij kent de sector. Waarom ze naar de LWA Experience kwam? ‘Omdat ik vanuit het UWV verplicht werd.’, vertelt ze lachend. Maar die verplichting was eigenlijk wel goed, omdat dat ervoor zorgde dat ze nieuwe mogelijkheden ontdekte. En hoewel ze er niet op zit te wachten om opnieuw de schoolbanken in te duiken, vindt ze de structuur en begeleiding die Haagbouw biedt wel heel interessant.

Springplank

De LWA Experience Bouw trekt veel mensen met ervaring in de bouw aan. Toch heeft niet iedereen die ervaring. Dit is ook helemaal niet nodig. Want het vak leren de kandidaten op school en in de praktijk op de werkplaats. Hierdoor is deze LWA Experience de perfecte springplank voor werkzoekenden die iets nieuws willen doen. En die met de juiste begeleiding open staan voor een nieuwe start in een onbekende sector.

Bespaartips CSU

50 handige bespaartips

Van boodschappen tot energie en van benzine tot abonnementen. Alles in het dagelijks leven wordt duurder. Om mensen te helpen in deze financieel uitdagende tijd stelde CSU een boekje samen met 50 handige bespaartips.

Help jij mee om dit boekje bij zoveel mogelijk mensen onder de aandacht te brengen? Deel de tips bijvoorbeeld met je werknemers, leerlingen of met uitkeringsgerechtigden en werkzoekenden. Zo zorgen we er samen voor dat mensen uit onze stad en regio samen (beter) rond kunnen komen!

Download nu het boekje (pdf) en stuur het rond: Bespaartips CSU.

Experience LWA Facilitaire Dienstverlening

Werkcoaches, bedrijfsleven en onderwijs samengebracht tijdens Experience LWA Facilitaire Dienstverlening

Het Leerwerkakkoord Facilitaire Dienstverlening organiseerde op maandag 12 december voor het eerst een Experience voor werkcoaches. Zij kregen meer te horen over de mogelijkheden voor ‘hun’ werkzoekenden en maakten kennis met vertegenwoordigers van werkgevers en het onderwijs. Alle partijen leerden van elkaar. ‘Met deze input kan ik werkzoekenden beter helpen.’

Van Rotterdam-Zuid tot Rotterdam-Noord. En van Goeree-Overflakkee tot Nissewaard en de IJsselgemeenten. De dertig werkcoaches die deze middag in Cuzina (Rotterdam-IJsselmonde) aanwezig zijn, komen uit alle hoeken van de regio Rijnmond. Deze werkcoaches, die werkzoekenden (weer) aan het werk helpen, nemen deel aan een bijzondere bijeenkomst. Het is namelijk de eerste Experience vanuit het Leerwerkakkoord die niet direct voor werkzoekenden wordt georganiseerd. ‘We willen jullie graag meer vertellen over de sector facilitaire dienstverlening,’ verklaart Ivy Larooij, recruiter bij Werkgeversservicepunt Rijnmond (WSPR). ‘Als jullie beter de mogelijkheden kennen, kunnen jullie beter jullie kandidaten motiveren en plaatsen.’

Meer dan alleen schoonmaak

De woorden van Ivy zijn de aanzet tot een interessante en interactieve middag. Vertegenwoordigers van Balanz Facilitair, Hago Zorg, Gom en Buitengewoon (de sociale onderneming van Facilicom) vertellen over de mogelijkheden om bij hen aan de slag te gaan. Daarbij wordt duidelijk dat facilitaire dienstverlening breder is dan alleen het pure schoonmaakwerk. Ook functies in catering, beveiliging en receptie en banen als gastheer/-vrouw en conciërge behoren hiertoe. ‘Maar ook alleen de schoonmaak is al enorm breed. Schoonmaken in een ziekenhuis is iets heel anders dan schoonmaken op een kantoor. Je kunt echt alle kanten op,’ schetst Robbert Wildeboer, jobcoach bij Buitengewoon.

BBL-opleiding dienstverlening facilitair medewerker

Onderwijsorganisaties Insignia, Albeda en Zadkine geven inzicht in de opties om bij hen een opleiding te volgen. Frank Lindeman van Albeda presenteert het BBL-opleidingstraject (beroepsbegeleidende leerweg) dat partners van het Leerwerkakkoord Facilitaire Dienstverlening hebben opgezet. Kandidaten gaan één dag per week naar school en minimaal 20 uur per week werken bij een erkend leerbedrijf. De opleiding wordt betaald. ‘Ik besef dat het een flinke stap is, van een uitkering naar zo’n leerwerktraject,’ zegt Frank. ‘Desondanks hebben we al veel succesverhalen meegemaakt. We hebben zelfs mensen van in de zestig die de opleiding zijn begonnen. Het voordeel van het Leerwerkakkoord is dat er veel grote werkgevers zijn aangesloten. Dat vergroot de kans op een passende baan, tijdens en na de opleiding.’

Praktische vragen en inhoudelijke discussies

De presentaties geven niet alleen inzicht in de mogelijkheden, maar leiden ook tot reacties uit de zaal. Er worden praktische vragen gesteld over uren, vergoedingen en de combinatie met de kinderopvang. En er ontstaan inhoudelijke discussies over grotere thema’s. Zoals het motiveren van kandidaten, het soms slechte imago van de schoonmaakbranche en het opgeven van de zekerheid van een uitkering in relatie tot de relatieve onzekerheid van een baan met een tijdelijk contract. Het zorgt ervoor dat werkcoaches, bedrijfsleven en opleiders meer inzicht krijgen in elkaars uitdagingen. ‘Ik heb ontzettend veel geleerd,’ herhaalt Frank Lindeman van Albeda meerdere keren tijdens zijn presentatie.

Gezichten en inzichten

Dat geldt ook voor de andere aanwezigen. ‘Ik vond het heel fijn dat er naar onze input werd geluisterd,’ zegt Hayriye Gultekin, als werkcoach van de gemeente Rotterdam werkzaam in Rotterdam-Zuid. ‘Normaal hebben wij als werkcoaches niet zo’n direct contact met werkgevers en onderwijsaanbieders. Alleen al het feit dat we elkaars gezichten zien en met elkaar in gesprek konden gaan, maakt dit een waardevolle bijeenkomst. In Buitengewoon heb ik vandaag een nieuwe werkgever leren kennen, waar ik mogelijk direct een kandidaat kan plaatsen. Dat is directe winst. Los daarvan heb ik nieuwe inzichten gekregen, waarmee ik werkzoekenden beter kan helpen.’

Meer begrip voor elkaar

Zerrin Sigirci-Dogan, arbeidsmakelaar bij de IJsselgemeenten, sluit zich daarbij aan. ‘Ik was hier met meerdere werkcoaches vanuit onze gemeente, die verschillende doelgroepen bedienen. Voor hen was het interessant om te horen wat er allemaal “te koop” is. Zij kennen de werkzoekenden en kunnen met deze informatie de kandidaten beter motiveren en aan een passende baan helpen.’ Robbert Wildeboer van Buitengewoon: ‘Ik heb genoten van de middag. Het was geen wij-zijverhaal, ik voelde echt dat we dit samen willen doen. De combinatie tussen praktijkvoorbeelden en ideeën voor de toekomst was erg mooi. Ik heb het idee dat we elkaar nu nog beter begrijpen.’

Het WSPR is altijd op zoek naar werkgevers met een sociaal hart die in deze krappe arbeidsmarkt begrijpen dat maatwerk geleverd moet worden om kandidaten kans te bieden. Heeft u een sociaal hart? Kijk op de website van het WSPR. Bedrijven in de facilitaire dienstverlening kunnen direct contact opnemen met Bianca Stam-Verhoeven, regionaal accountmanager bij het WSPR. Zij is te bereiken via b.stamverhoeven@rotterdam.nl en 06 38 68 75 80.

Thoms_ 3

Werken in de horeca

“In de horeca is voor iedereen een plek”

Thom van Zanten

De liefde voor het vak kreeg hij met de paplepel ingegoten. Thom van Zanten, mede-eigenaar van Thoms en Brewdog in Rotterdam en bestuurder bij Koninklijke Horeca Nederland, glundert zichtbaar als hij spreekt over een vroege jeugdherinnering. Aan de hand van zijn vader liep hij op vierjarige leeftijd al geregeld een rondje in zijn zaak Villa Kakelbont aan de Oude Haven. “Mijn vader had dan soms de hele nacht gewerkt en in de ochtend mocht ik dan ook even een kijkje nemen, nog voor de schoonmakers er waren. Die magische sfeer van zo’n zaak heeft me nooit losgelaten. Toen wist ik al, dit wil ik ook.”

Hij besloot na de middelbare school dan ook niet geheel verrassend naar de hotelschool te gaan, maar die opleiding maakte hij niet af. “Ik wilde de horeca in de praktijk ervaren.” En zo werkte hij zich onder meer via banen als afwashulp en barman, steeds verder op in de branche. Met hard werken, veel doorzettingsvermogen en hulp van zijn vader, schopte hij het tot mede-eigenaar van Thoms en Brewdog.

Doorgroeimogelijkheden

Toch heeft hij spijt dat hij zijn opleiding niet heeft afgemaakt. “Het is een goede basis, waar je de rest van je carrière profijt van hebt. Tijdens een opleiding kun je proeven wat er mogelijk is binnen een bepaald vakgebied. Want een vak, dat is het echt. Of je nou een carrière in de hotellerie, in een café of in een sterrenrestaurant ambieert: een diploma vergroot je kansen. En zo’n papiertje helpt je ook om doorgroeimogelijkheden optimaal te benutten.” Die doorgroeimogelijkheden zijn er in de horeca in overvloed. “In onze zaken werken mensen die begonnen zijn als afwashulp en nu onderdeel zijn van het management. Als je de juiste skills hebt dan worden die in de horeca echt gezien.”

Teamgevoel

Maar welke vaardigheden zijn nou eigenlijk belangrijk in dit vakgebied? Van Zanten legt de parallel met een voetbalteam. “Het is heel belangrijk om te weten dat je dit werk samendoet. Het teamgevoel dat moet je samen creëren. Op de drukke avonden loop je met zijn allen harder.” En, daarbij is het essentieel dat je sociaal bent en goed met mensen kunt omgaan, vervolgt hij. “Zowel met je collega’s als met de gasten. Heel veel andere vaardigheden kun je in de praktijk leren. Maar dat je een teamspeler bent is voor mij essentieel. Dat is de basis voor een goede sfeer en een leuke werkdag.”

Alle culturen komen hier samen

Want dat is uiteindelijk waar het omgaat, dat je met plezier naar je werk gaat. Van Zanten heeft dan ook waardevol advies voor mensen die nu niet gelukkig zijn in hun werk en in een andere branche werken. “Kom het werken in de horeca ervaren. Probeer het een jaar uit. Ik weet zeker dat het je niet zal teleurstellen. Hij benadrukt ook dat iedereen welkom is. “Dat is mede de charme van het vak. Hier is voor iedereen plek. Alle culturen komen hier samen. De horeca is een omgeving die echt verbroedert.”

Hogere lonen

Daarnaast zijn er ook een aantal positieve ontwikkelingen gaande in de branche, vertelt Van Zanten. “Met de stijgende prijzen, zijn ook de lonen nu gestegen. Dat is goede ontwikkeling en maakt een baan in de horeca ook aantrekkelijker.” Een andere belangrijke verandering is de uittrede van de oude horeca, zoals hij dit fenomeen noemt. “Daarmee bedoel ik 14 uur per dag werken en dat zes of zeven dagen per week. Dat is niet meer van deze tijd en zie je gelukkig steeds minder.” Van Zanten benadrukt dat werkgevers goed voor hun personeel moeten zorgen. “Dan zie je dat collega’s ook meer naar elkaar omkijken. Het personeel blijft het gezicht van een horecaonderneming en het is aan de ondernemer om ervoor te zorgen dat het personeel die verantwoordelijkheid met trots draagt.”

Memorabele momenten

Dat zijn collega’s ook naar hem omkeken ondervond hij aan den lijve toen zijn zaken vanwege corona tijdelijk dicht moesten. “We zijn toen in een grote hal tulpen gaan sorteren om bezig te blijven. Het verbaasde me dat toen iedereen voor mij klaar stond om te helpen. Daar heb ik echt een warm gevoel aan overgehouden.”

Of dit het meest memorabele moment uit zijn carrière is, durft hij niet te zeggen. “Dit was heel bijzonder, maar er zijn zo veel memorabele momenten in dit werk. Een ding weet ik zeker: als je je carrière in de horeca doorbrengt, kun je als je oud bent zonder enige twijfel zeggen dat je een memorabel leven geleid hebt.”

hotel16

Werken in de hotelbranche

“Het is écht een vak, er zit zoveel in!”

Burg de Rave
Fotograaf: Paul van der Wal

Hotels zijn dé plek waar gastvrijheid, creativiteit, eten, drinken en entertainment bij elkaar komt. De branche bloeit. Terwijl het animo voor Hospitality-studies afneemt en het aantal vacatures groeit. “Het is tijd om de mooie dingen van het vak én de kansen te laten zien”, vertelt Burg de Rave, directeur van Room Mate Bruno in Rotterdam en bestuurslid van de Rotterdamse Hotel Combinatie (RHC).

Het gros van de hotels in Rotterdam heeft zich aangesloten bij het RHC. De stichting zet zich in om namens aangesloten leden positieve aandacht te genereren voor de Rotterdamse hotelbranche. Zo worden bijvoorbeeld ook de krachten gebundeld met het onderwijs, de horeca en kunst- en cultuurorganisaties om standpunten in te nemen en initiatieven te ontplooien.

Enthousiast voor het vak

Het werven en behouden van medewerkers staat hoog op de agenda. Corona gaf het aanzien van de hotelbranche een knauw. Veel medewerkers besloten hun heil te zoeken in andere banen. Nu durven hotels weer vooruit te kijken. Evenementen zoals de Rotterdamse Dag van Hotellerie zijn een uitgelezen kans om studenten, veelal Hospitality, te enthousiasmeren voor het vak. “Want het is écht een vak”, weet Burg. Hij begon zijn eigen hotelcarrière in de spoelkeuken, uit liefde voor eten en drinken, merken en mooie producten. Hij werkte bij verschillende hotels, klein en groot. Hij ontdekte er ook de internationale aspecten en greep de kans om opleidingen te volgen. “Het is mooi om het verschil te kunnen maken, voor collega’s en voor gasten. Als mensen verrast zijn door wat je hebt neergezet, geeft dat veel voldoening.”

Veelzijdig

Er is niet één type hotel of gast, er zijn er honderden. Elk hotel heeft zijn eigen concept met bijbehorende sfeer. En elk type gast verlangt een andere ervaring of mate van gastvrijheid. Dat maakt het werk in de hotelbranche ontzettend veelzijdig. “Je hebt fantastische boetiek hotels”, vertelt Burg. “Als medewerker heb je daar vaak een allround functie en maak je het gasten van A tot Z naar hun zin. Je hebt er snel en oprecht contact met de gasten. Terwijl bij grote internationale hotelketens de hiërarchie in een functie of taak vaak meer vastomlijnd is. Doorgroeimogelijkheden en opleidingen zijn er goed geregeld. Er liggen vaak mooie kansen om ervaring op te doen bij andere afdelingen en in het buitenland.”

Niet meer zo zwart-wit

Het hip & happening-gehalte van Rotterdam in combinatie met de internationale allure, dragen er aan bij dat er de laatste jaren ook steeds meer verschillende type mensen werken. “De man in pak met stropdas, die met een hand op zijn rug een wijntje inschenkt, zie je niet veel meer. Er zijn steeds meer hotels waarin creatieve heren en dames op een meer informele manier gastvrij zijn. Het is niet meer zo zwart-wit als vroeger. Het gaat erom dat je mensen op hun gemak kan stellen.”

Charmeoffensief

De krappe arbeidsmarkt en de terugloop van aanmeldingen voor Hospitality-opleidingen baart Burg zorgen. Er staan veel vacatures open die hij het liefst gisteren zou vullen. “Over de hele linie: medewerkers bediening, front office, back office, techniek, facilitair en de keuken.” Tegelijkertijd is hij ook hoopvol over de lange termijn. De bereidheid van de hotels in Rotterdam om te investeren in goed werkgeverschap en de charmes van het vak te laten zien is groot. “Natuurlijk zijn arbeidsvoorwaarden en doorgroeimogelijkheden belangrijk. Je ontwikkelt er al je vaardigheden: je praat met iedereen, organiseert van alles, maakt evenementen mee en kan creatief meedenken over evenementen of het hotelconcept. Er zit zoveel in!”

foto kennissessie 16 juni 3

Projectteam & Kennissessie

Projectteam Leven Lang Ontwikkelen en Sociale Innovatie

Inmiddels zijn er wat wijzigingen in het team van het Platform LLO en SI. Emilie van de Loo heeft de rol van projectleider overgenomen van Marita Dogterom. Jolanda Vollebregt blijft aangehaakt voor zowel de inhoudelijke als praktische ondersteuning. Mochten er suggesties zijn voor het Platform in onderwerpen voor onze kennissessies, dan horen wij dit graag. Ons algemene e-mailadres is llo.si@leerwerkakkoord.nl.

Kennissessie 8 december– ‘Hoezo hiërarchie? Horizontaal werk is de toekomst!’

kennissessie 8 december

Op 8 december staat de laatste kennissessie voor dit jaar gepland. Evert Hatzmann en Simon van Esch interviewden voor hun recent verschenen boek ‘Hoezo Hiërarchie? – de toekomst van werken is horizontaal’ ruim 50 CEO’s, CHRO’s, wetenschappers en werkexperts. De uitkomsten en hun visie op leiderschap, bedrijfsburgerschap, het samen werken in andere tijden en leren en ontwikkelen, delen zij op de aankomende kennissessie van het Platform Kennisdeling Leven Lang Ontwikkelen en Sociale Innovatie!

De kennissessie vindt plaats op donderdag 8 december van 15.00 tot 16.30 uur in de prachtige studio van RDM Next, met aansluitend een borrel. Het is een hybride sessie maar is ook online te volgen. In de studio is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar dus meld je snel aan via deze link.