Leerwerkakkoord klaar voor fase 2: ‘We gaan scherpe keuzes maken’

Na vier succesvolle jaren start in 2023 een nieuwe fase voor het Leerwerkakkoord. Een fase waarin scherpe keuzes gemaakt worden en waarin nog meer op resultaat wordt ingezet. Peter Smit (programmamanager Leerwerkakkoord), Pieter van Klaveren (lid stuurgroep Leerwerkakkoord en voorzitter MKB Rotterdam-Rijnmond) en Christl van Gerven (programmacoördinator Leerwerkakkoord bij de gemeente Rotterdam) vertellen meer over de inhoudelijke, organisatorische en financiële aspecten van het Leerwerkakkoord 2.0.

Trots stond Peter Smit eind juni 2022 op het podium in De Kuip. Tijdens de LWA Conferentie liet hij zien wat er sinds de oprichting in 2019 was bereikt met het Leerwerkakkoord. Ruim 160 aangesloten partners uit de driehoek bedrijfsleven-onderwijs–gemeenten in de arbeidsmarktregio Rotterdam-Rijnmond. Ruim 3.000 mensen die aan werk, stage of werkervaringsplek zijn geholpen. Maar ondanks die mooie cijfers vertelde Smit toen al dat er keuzes gemaakt moesten worden. Dat was mede ingegeven door de evaluatie die eind 2021 plaatsvond met de betrokken partners en de stuurgroep, het adviserende en controlerende orgaan van het Leerwerkakkoord.

Resultaatgerichter

‘Uit de evaluatie bleek dat de triple helix samenwerking tussen overheid, onderwijs en bedrijfsleven goed werkt en gewaardeerd wordt,’ vertelt Smit. ‘Daarin lopen we voorop in de regio. Dat gedachtegoed willen we dan ook behouden. Onze interventies zijn bewezen effectief. Maar op een gegeven moment deden we wel héél veel verschillende dingen. Daarnaast was er vanuit de partners behoefte aan meer zichtbare resultaten. Daarom hebben we besloten om focus aan te brengen en scherpe keuzes te maken. De dingen die we al goed doen, gaan we nog beter doen. En we gaan nog strenger kijken naar welke interventies daadwerkelijk resultaat opleveren.’

Meer werken als incubator

Concreet betekent dit dat het Leerwerkakkoord in 2023 en 2024 niet meer zestig initiatieven per jaar omarmt, maar slechts vijftien. Christl van Gerven legt uit: ‘Sommige initiatieven lenen zich meer voor een regionale aanpak. Die worden dan ook overgeheveld naar de arbeidsmarktregio Rijnmond, waar toegewerkt wordt naar samenwerking via een regionaal Werkcentrum. In sommige gevallen kunnen we ook slimmer aanhaken bij landelijke initiatieven. We hebben moeten leren dat we niet alles hoeven vast te houden. Het Leerwerkakkoord is een tijdelijk initiatief, dat loopt tot eind 2024. Wij hebben de afgelopen periode vooral een soort incubatorfunctie gehad.’

Over de pijlers heen kijken

Het Leerwerkakkoord gaat nog meer inzetten op LWA Experiences, waarbij mensen direct ervaren wat werken in een bepaalde sector betekent. “Ook de samenwerking met het Entree onderwijs (mbo 1) via de Verbeteragenda Entree blijft een belangrijk initiatief.” De drie pijlers waarop het Leerwerkkoord is gebaseerd (Van school naar werk, Van werk naar werk, (Weer) aan het werk) worden minder strak gehanteerd. Smit: ‘We moeten vooral doen wat nodig is en niet te gekunsteld vasthouden aan dingen die we ooit hadden bedacht. We moeten meer over alle pijlers heen kijken en minder denken in doelgroepen. Want dat laatste werkt verkokering in de hand. De deel-leerwerkakkoorden blijven wel behouden. Die bewijzen hun waarde. Alleen het LWA MKB vervalt als los deelakkoord. De looptijd van dat deel-LWA is tot eind dit jaar en met het MKB Werkoffensief wordt de goede samenwerking gecontinueerd. ’

Van leidend naar dienend

Die nieuwe visie moet ook worden bezien in het licht van de veranderde situatie op de arbeidsmarkt. ‘Toen we begonnen, was er overschot op de arbeidsmarkt, nu een enorme krapte. De context voor het Leerwerkakkoord is totaal veranderd. Dat zorgt voor nieuwe prioriteiten,’ zegt stuurgroeplid Pieter van Klaveren. ‘De grootste verandering is wat mij betreft dat het Leerwerkakkoord niet meer leidend is, maar dienend. We moeten flexibel meebewegen met de trends op de arbeidsmarkt. En nog meer én beter luisteren naar de behoeften van werkgevers en de mensen die we duurzaam aan het werk willen helpen.’

Grotere rol werkgevers

Van Gerven vult aan: ‘Het Leerwerkakkoord is vanaf het begin een gelijkwaardig partnerschap tussen ondernemers en werkgevers, onderwijs en lokale overheid. Dat is niet vanzelfsprekend wanneer de overheid financieel fors bijdraagt. Het Leerwerkakkoord is nooit een doel op zich geweest, maar altijd een middel om samen toe te werken naar een duurzame, toekomstbestendige, inclusieve arbeidsmarkt. Desondanks hebben we geleerd dat we werkgevers daar nog beter bij kunnen betrekken. Zij weten wat de banen van de toekomst zijn, wat voor mensen ze zoeken en wat die mensen moeten kunnen. Alleen kunnen ze die mensen niet altijd vinden. Daar kunnen wij bij helpen.’

Aanpassingen in organisatie

Het Leerwerkakkoord is de afgelopen jaren door meerdere partners uit ondernemers en werkgevers, onderwijs en lokale overheid gefinancierd. In geld en ‘in kind’, via personele inzet. De financiële bijdrage voor het Leerwerkakkoord als geheel van de gemeente Rotterdam stopt per 2023. Dat heeft gevolgen voor de organisatiestructuur van het Leerwerkakkoord. Zo vervalt de functie van programmamanager Peter Smit per 1 januari 2023. Smit: ‘Inmiddels staat de organisatie zo goed, dat we weten wie we zijn en hoe we dingen moeten aanpakken. De stuurgroep LWA blijft intact en zal hierop toezien. We moeten vooral de mensen bereiken die werk zoeken, willen inzetten op leven lang ontwikkelen of van baan willen veranderen. Dat doe je niet door over hen te praten, maar door dingen voor en met hen te doen en organiseren.’ “Bovendien zal het Rijnmonds Arbeidsmarkt perspectieffonds dat momenteel wordt opgestart en waarbij wordt uitgegaan van cofinanciering, ook soelaas kunnen gaan bieden voor LWA initiatieven die impact maken op de arbeidsmarkt.”

Datagedreven beslissingen

‘Je kunt die beschikbare euro maar één keer uitgeven,’ besluit Van Klaveren. ‘Dan moet er zoveel mogelijk van dat geld op de juiste plek terechtkomen.’ De bestuurder ziet veel potentie in RijnmondInZicht, het arbeidsmarktdata-dashboard voor de regio Rijnmond dat tot stand is gekomen door nauwe samenwerking tussen het bedrijfsleven, onderwijs en overheid. Op dat dashboard is ook een aparte LWA-monitor te vinden. ‘Op steeds meer plekken in de samenleving nemen we beslissingen op basis van data. De arbeidsmarkt liep daarin achter. Dit platform geeft op een intuïtieve manier inzicht in de ontwikkeling van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Zo kunnen we op basis van data betere beslissingen nemen voor de toekomst. En nog meer toewerken naar die gewenste duurzame, toekomstbestendige, inclusieve arbeidsmarkt.’