‘Maatwerk’ is het woord van de dag tijdens de tweede Experience voor werkcoaches uit Rotterdam, Nissewaard, de BAR-organisatie en de IJsselgemeenten. Op de bijeenkomst, georganiseerd door Leerwerkakkoord Facilitaire Dienstverlening, wordt duidelijk hoe veelzijdig en afwisselend schoonmaakwerk en het werken in de facilitaire branche is. Zó afwisselend zelfs, dat het effectiever is om een baan te zoeken bij een werkzoekende, in plaats van een werkzoekende te kiezen bij een vacature. Werkgevers CSU en Facilicom met Buitengewoon zijn aanwezig om het gesprek aan te gaan. Daarnaast is ook Frank Lindeman aanwezig namens Albeda en Zadkine om vragen over de (BBL-)opleiding Facilitaire Dienstverlening te beantwoorden.
“Het imago van werken in de schoonmaak is een stuk verbeterd sinds het coronavirus. Toen zagen mensen ineens hoe belangrijk het is”, vertelt Leonore Nieuwmeijer van brancheorganisatie Schoonmakend Nederland. Samen met Annieke van Berckel schetst zij een beeld van het werkveld van de schoonmaak. Ze presenteren de routekaart die de organisatie heeft gemaakt om de ontwikkelmogelijkheden binnen de sector in kaart te brengen.
Omgeving en opleiding
Daarin spelen de plek waar men schoonmaakt en de opleidingsmogelijkheden een grote rol. “Schoonmaken in Ahoy of op een afdeling met terminale patiënten is heel anders en vereist andere skills. Die omgeving kan een prikkel zijn om te kiezen voor schoonmaakwerk”, vertelt Nieuwmeijer. Als voorbeeld noemt ze iemand die altijd al bij de brandweer heeft willen werken en daar via schoonmaakwerk een kijkje in de keuken kan krijgen.
Met ‘opleiding’ wordt niet direct een MBO-opleiding bedoeld, blijkt uit het verhaal van Annieke van Berckel. Ze heeft het vooral over kleinere certificaten. Bijvoorbeeld als het gaat over veiligheid bij werk in de haven of over voedsel bij werk in een restaurant. “We merken vaak dat mensen huiverig zijn voor een toets of opleiding. Dan denken ze dat ze dat niet kunnen.” Terwijl zo’n certificaat het juist mogelijk kan maken om te werken op een plek die ze interesseert en inspireert. “Als ze dan toch zo’n certificaat halen, krijgen ze gelijk meer zelfvertrouwen en durven ze een volgende keer meer.”
De taal spreken
Ook komt naar voren dat Nederlands spreken geen harde eis meer is. “Taal is geen no-go meer. Iedereen kan aan de slag. Vaak krijgt iemand een buddy die dezelfde taal spreekt, zodat hij bijvoorbeeld wel ingewerkt kan worden. Daarnaast is er vanuit de brancheorganisatie budget voor taaltraining. Iedere werkgever kan dat aanvragen bij RAS”, vermeldt Anniek.
Bedia Kas, werkcoach bij Gemeente Rotterdam, is blij met deze informatie, blijkt in de pauze. “Ik wist niet dat het niet spreken van de taal geen probleem is. Ik kan straks zo tien mensen aanmelden!”
Kandidaat is leidend
Dan vertelt Ivy Larooij, ontwikkelcoach bij Werkgeversservicepunt Rijnmond (WSPR), hoe snel vacatures opgevuld worden. “Dat gaat rapido. Bijvoorbeeld bij hotels, als ik vandaag een vacature heb, moet ik nu tien aanmeldingen hebben want morgen is die weer weg. Daarom zijn we gaan kijken naar de kandidaten en wat we daarmee kunnen als we postcodegebied, werkdagen, werktijden, kinderopvang, vervoer en eventuele indicaties op een rijtje hebben. Want kant-en-klare vacatures in de schoonmaak… Facilitair is te groot en te breed om vanuit vacatures te werken. Als kandidaat en werkgever allebei een stapje doen, is de afstand tot de arbeidsmarkt een stukje kleiner.”
Natalie Simon, job coach bij Gemeente Nissewaard is blij verrast door deze aanpak. “‘Maatwerk’ vind ik altijd zo’n holle frase, maar op deze bijeenkomst is dat echt ingevuld. Ik vind het goed om te merken hoe werkgevers ook bezig zijn om vacatures te vullen. Door mee te denken over kinderopvang bijvoorbeeld.”
Kinderopvang en reiskosten
In de gesprekken komen twee heikele punten bovendrijven: kinderopvang en reiskostenvergoeding. In de cao staat dat werkgevers reizen tot 30 kilometer niet hoeven te vergoeden. Alleen in de praktijk blijken werkgevers daar soms wel in tegemoet te komen. Zo rijden er naar vakantieparken bijvoorbeeld busjes heen en weer voor de werknemers, vertelt CSU. En dat geldt ook voor kinderopvang. Dat er bijna nergens meer plek is in de kinderopvang is voor veel werkzoekenden een probleem. Ook hier proberen werkgevers zich op aan te passen, door bijvoorbeeld de diensten te verkorten en meer mensen in te zetten. Maar het blijft schipperen.
Shadonna Doerga, casemanager bij de IJsselgemeenten: “Ik ben blij dat ik hierheen ben gekomen want ik had een ander beeld van de schoonmaakbranche. Ik dacht alleen aan de mensen die bij ons op het werk schoonmaken, maar er zijn veel meer sectoren en mogelijkheden. En ik heb vandaag gezien dat je mensen met bepaalde belemmeringen ook gewoon kunt aanmelden. Dat je over reiskosten of medische beperkingen in gesprek kunt gaan.”